Facebook Twitter Google News Person TripAdvisor

Report

Back

Everts' account of his visits to Siegburg and Sonnenstein Asylums (1847)

Location: Pirna, Kingdom of Saxony

Everts wrote about his visits to Siegburg and Sonnenstein Asylums on pages 14-15 of a report he sent to the provincial authorities of Noord-Holland on 22 February 1848, which is now held at Haarlem's Rijksarchief in Noord-Holland, Toegang 16, Inv. No. 2380.

Everts reported that both Sonnenstein and Siegburg asylums were housed in buildings formerly used as fortresses. In the case of Siegburg (though not in that of Sonnenstein), the building had also been used as a monastery. Both were immensely solid and extensive, designed to impress the visitor, yet both presented a dreary and slightly unpleasant aspect as asylums. Everts wrote that the original defensive purpose of the buildings becomes apparent as soon as one passes through the institutions' main gates to see a large paved square surrounded by tall buildings.

In terms of their location, wrote Everts, Sonnenstein and Siegburg asylums were more of less a mirror image of one another. Each is situated on a reasonably high hilltop, surrounded by extensive gardens and beautiful countryside which was ideal for walking. Sonnenstein lay close to the town of Pirna, on the banks of the Elbe, and overlooked the Elbe valley and the so-called Sachsische Schweiz. Siegburg was located near the town of the same name on the river Sieg, overlooking the lush Rhine valley, Bonn and the Seven mountain range. Despite the beauty of these surrounds, Everts regarded these locations as highly unsuitable for a mental institution because of their altitude.

Everts noted that Sonnenstein and Siegburg were the first institutions for patients with acute mental conditions to be established in Germany in the nineteenth century. Along with their esteemed directors (Pienitz at Sonnenstein and Jacobi at Siegburg), these asylums enjoyed a well-earned reputation throughout Europe, and had been regarded as among the best institutions for the insane on the continent. By the time of Everts' visit, however, they had been overtaken by the more modern, purpose-built asylums of Germany, staffed mostly by former students of Gunitz and Jacobi. In Everts' opinion, Sonnenstein and Siegburg were already outdated and were likely to become no more than honoured reminders of a past glory in the near future.

Extract

Het waren voorheen of vesting- of kloostergebouwen. Sonnenstein was altijd vesting, Siegburg beurtelings vesting of klooster. Beide gebouwen hebben veel overeenkomst. Bij groote soliditeit uitgebreidheid en niet onbehangelijken uitwendige kapitalen vorm, maken zij echter eenen onaangenamen en sombere indruk op den bezoeker, zodra hij door de oude verwulfde vesting of Slotpoort, de groote vierkanten geplaveide binnenplaats, die aan alle zijden met hooge gebouwen omgeven is, binnentreedt, en het geheel hem duidelijk aan eene voormalige vestingbouw herinnert. Ook de ligging van beide gestichten is analoog, op eenen tamelijk hoogen bergtop, door uitgestrekte tuinen en schoone wandelingen aangeven. Sonnenstgein onmiddellijk bij het stadje Pirna aan de Elbe, met een heerlijk uitzigt op het Elbedal en de zoogenoemde Sachsische Schweisz, Siegburg even digt bij het stadje van dien naam aan de Sieg, met het uitzigt op het verukkelijke Rhijndal, Bonn en het Zevengebergte. Hoe schoon nu deze ligging ook zijn moge, acht ik dezelve echter voor Krankzinnigen gestichten, uithoofden der alle groote hoogte en de daar aanverbondene bezwaren van allerlei aard, zeer ongeschikt. Zo al gezegd is zijn Sonnenstein en Siegburg beide genezingsgestichten, en wel de eerste die in deze eeuw in Duitschland zijn opgericht, Sonnenstein in 1821, Siegburg in 1825. Zoowel beide gestichten als beider voortreffelijke geneesheren en Directeuren, Pienitz en Jacobi, hebben eene Europische wel verdiende vermaardheid, (Jacobi speciaal ook als autheur) verkregen, en tot voor weinige jaren, werden beide steeds als de beste inrigtingen voor krankzinnigen op het vaste land beschouwd en bezocht. Thans echter zijn de Directeuren met de gebouwen verouderd en weldra zal men dezelve nog slechts als eerbiedwaardige gedenkteekenen van een vroeger tijdvak der Psijchiatrie gaan bezoeken. Naast dezelve zijn thans verbeterde en geheel nieuwe inrichtingen verrezen en jongere geneesheeren grootendeels voormalige kweekelingen van Gunitz en Jacobi, als Directeuren aan dezelve geplaatst.